Een woning die verkocht wordt moet volgens artikel 15 van het Burgerlijk Wetboek (BW7) worden overgedragen “vrij van alle bijzondere lasten en beperkingen, met uitzondering van die welke de koper uitdrukkelijk heeft aanvaard”. Dit betekent dat de verkoper deze lasten en gebreken aan de verkopend makelaar en zeker aan potentiële kopers moet melden.
Het kan gaan om rechten van derden (recht van overpad bijvoorbeeld) of verplichtingen van de eigenaar die voor een koper niet acceptabel zijn (het verbod om een hoge muur of bomen te mogen plaatsen vanwege het uitzicht). Daarnaast kan het gaan om bouwkundige gebreken. Op vragen van de koper moet de verkoper wel eerlijk antwoorden. Als de koper bijvoorbeeld vraagt of het gehorig is, dan mag de verkoper dat niet ontkennen als elke dag de televisie van de buurman hoorbaar is. Als de verkoper zijn (verkopend)makelaar op de hoogte stelt van de verschillende lasten en gebreken, dan weet hij welke hij moet vertellen aan de kopers. Als hij het niet nodig vindt een gebrek te melden, dan zal hij daarvan ook de consequenties moeten dragen als de koper daarna een vordering indient.